Dwaalkamer 2: Dämmerung  der Innenwelt

Dwaalkamer 2: Dämmerung der Innenwelt

Nov 24 2013Jan 12 2014

Dämmerung  der Innenwelt
Kamer 7.  Een korte geschiedenis van de melancholie, en hoe die met kunst in verband werd gebracht Melancholie (melana cholê) betekent letterlijk zwarte gal. In de Griekse oudheid was men er van overtuigd dat triestigheid werd veroorzaakt door een teveel aan zwarte gal. Van de vier constitutionele lichaamssappen (gele gal, slijm, bloed en zwarte gal) die in de juiste mengverhouding verantwoordelijk zouden zijn voor de algehele gezondheid is zwarte gal de enige die niet echt bestaat. Reeds toen al sprak het hele idee kennelijk zo tot de verbeelding, dat niemand er een punt van maakte.

De geschiedenis van de melancholie kent veel hoofdstukken. Er is veel geschreven  over hoe men melancholie zou kunnen bestrijden. Vooral geen wijn drinken en veel naar muziek luisteren. Ook speciale planetenzegels om de werking van Saturnus af te weren zou helpen, en het gebruik van een klisteerspuit zou eveneens verlichting bieden.  Over hoe de melancholie zich manifesteert in persoonlijkheden is veel  geschreven. Van een hele rij kenmerken waaraan je de melancholicus zou kunnen herkennen,  zijn ‘dingen willen meten en tellen’,  ‘een diepe contemplatieve en filosofische gemoedstoestand’, interesse voor alchemie of astronomie en een slechte spijsvertering, een willekeurige greep. Saturnus is van oudsher de planeet, de grootste, verste en zwaarste bovendien, die met de melancholie in verband wordt gebracht.

Aristoteles bracht de melancholie voor het eerst in verband met kunstenaars in zijn werk Problema. Hij schreef dat alle uitzonderlijke mannen melancholisch zijn, en gaf daarbij wat voorwaarden. Met de in de kunstgeschiedenis uitvoerig besproken verwijzingen naar melancholische gemoedstoestand zoals slapende honden, meet- en weeginstrumenten, vochtige elementen zoals de zee, grote, onverplaatsbare brokken steen, magische getallenkwadraten en  klisteerspuiten hebben wij een bescheiden handvat om vanuit dit perspectief naar beeldende kunst te kijken. Het perspectief van de melancholie verspreidt zich immers als een taaie, stroperige vloeistof, die soms op onverwachte plekken opduikt en overal irritant blijft plakken.

De gang waar ik loop kent veel uitzichten. Er zijn verschillende vensters op de buitenwereld, maar toch loop ik steeds maar binnen. Het is er veilig en benauwd. De ramen veranderen moeiteloos van vorm al naar gelang mijn gedachten ze sturen. Ze worden  bijvoorbeeld rond wanneer ik een uitzicht met een zwevend eiland met daarop een landschap wens, naar de tekening van Aline Eras. Hoe mooi het ook is; ik ben hier en dat frisse groen is daar. De ramen in de gang zijn zowel mijn uitzicht als de bevestiging van de onvermijdelijke afstand tussen binnen en buiten. Dit voelt als een metafoor voor het verschil tussen mijn gedachten en de realiteit.

Kamer 8. Denklandschap. Gedachte. Groen, mos, beestjes.
De bovenkamer van Aline Eras wordt bewoond door kleine volkjes van gedroogde insecten. In potten zitten overblijfselen van een muis (ze vroeg zich af hoe het beestje eruit zou zien als ze zijn haren eruit zou trekken?). Ze vlocht met stro en plakte takjes op een steen alsof het bomen op een eiland waren. Vervolgens werden ze hoopvol gedoopt in een zwart bad van inkt, net zolang tot het stolde tot een moeras van vergetelheid. Ze tekent graag precies, Aline, en doet daar alles aan. In één van de landschappen staat een kleine nagebouwde kamer met een raampje erin, op precies de juiste hoogte. Zo kan ze bepalen hoe de schaduw in haar tekening gaat vallen, zó op het mos, en niet anders.

Kamer 9. Kort over de  Innenwelt van Mirjam Kuitenbrouwer

Er is een kamer die zo oogverblindend wit is dat mijn hersens pijn doen. Voor mijn ogen dansen vlekken in een kaleidoscopische formatie, en ik kan ze niet vangen, noch negeren. Er staan een aantal beelden  opgesteld waarin ramen de hoofdrol spelen.  Ze zijn heel precies afgemeten. Ze hebben zicht op buiten, binnen, op elkaar.  Je kunt zelf de juiste afstand bepalen tot de wereld, tot het daar. Het zijn werken van Mirjam Kuitenbrouwer. Ze maakt zorgvuldig samengestelde, denkbeeldige huizen, kamers en gebouwen waarin je gedachten zouden kunnen wonen.  Ze staan op hoge pootjes of moeten aan de muur worden bevestigd. De grootte en daarmee de beschikbare ruimte varieert.  Je kunt zomaar draaien aan een  wiel met verschillende ramen en aldus het uitzicht bepalen voor  hoe je naar de wereld kijkt. Kuitenbrouwer is erg bezig met ‘binnen en buiten’. Ze schrijft en denkt, en trekt parallellen.  Ze meet en rekent, bepaalt en vertelt.  De schrijver Peter Handke is een inspiratiebron. De titel van zijn boek Die Innenwelt der Außenwelt der Innenwelt heeft ze direct gebruikt als titel van een van haar beelden.

Ze zegt :‘Op de een of andere manier gebeurt het vaak dat ik in een natuurkundige omschrijving iets lees dat net zo goed een omschrijving van een psychologische toestand zou kunnen zijn. In dit geval het 'inwendig effect'.  Ze refereert naar een uitspraak van dr J.F.H. Custers (medewerker aan het Natuurkundig Laboratorium der N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken)  uit zijn boek Optica, uit 1936 "Lange tijd kon men het inwendige effect niet begrijpen, omdat het bijna altijd vertroebeld wordt door effecten, die er het gevolg van zijn en welke het primaire effect geheel overschaduwen." 

Aan het eind van de gang is een kamer waarin een elektrisch geluid klinkt. Het zijn TL lampen die aan- en uitgaan. Er valt slechts af en toe nog  wat licht door de kier van de deur. In de schemering die zich opdringt komen beelden naar voren en zachte stemmen die reppen over deuren en de wens te vertrekken.

Kamer 13 . Marc Bijl en de definitieve dämmerung
Het pentagoon van Marc Bijl is afkomstig van de oude Grieken . Het is een perfecte vijfhoek, net zoals het pentagram dat is, de vorm die de kunstenaar nog vaker in zijn werk gebruikt. Beide lijken bezweringen van de chaos te zijn. De chaos die de kunstenaar overigens zelf creëert met onder meer spuitbussen, kleverige zwarte substanties op min of meer alledaagse dingen als tuinbeelden en schemerlampen. Daarna plaatst hij de elementen waarmee hij zijn verhaal vertelt in een opstelling die zowel mysterieus, dramatisch als glashelder is. Duisterder dan dit wordt het niet meer.  In deze kamer zijn twee zwarte deuren met daarop  ‘Poison door’.  Ik durf er niet naar binnen. Daarachter dansen de mensen op een brandende vloer. 

Deelnemers Dwaalkamer 2: Aline Eras, Mirjam Kuitenbrouwer en Marc Bijl.
Tentoonstelling is te zien van 24 november 2013 t/m 12 januari 2014.